Archeologische vondsten in gemeentehuis

NEEDE – De vondsten die archeologen van Econsultancy uit Doetinchem de afgelopen jaren deden bij de vernieuwing en renovatie van wijk De Berg in Neede zijn te bezichtigen in het gemeentehuis in Borculo. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat Neede ruim 1300 jaar oud is! In een aparte vitrinekast in de Publiekswinkel zijn de vondsten tijdens de openingstijden te bekijken.

 De wijk De Berg in Neede is in opdracht van Prowonen de afgelopen jaren grotendeels vernieuwd. Op sommige plekken zijn de bestaande woningen gerenoveerd, op andere plekken gesloopt en door nieuwbouw vervangen. Daar waar gesloopt werd en nieuw gebouwd kregen de archeologen van Econsultancy uit Doetinchem in opdracht van Prowonen de kans om in de bodem te kijken of zich daar nog resten bevonden van bewoning uit vroegere tijden.

Kookpotten, kannen, spinsteen, lederen schoen en delen van een houten kom…
De meest tot de verbeelding sprekende vondsten zijn tijdelijk tentoongesteld zodat niet alleen de archeologen ervan kunnen genieten, maar ook de huidige bewoners uit onze gemeente. In de vitrine zijn onder andere delen van kogelronde aardewerk kookpotten en kannen te zien die zeer waarschijnlijk door de mensen zelf werden gemaakt.

Men was in die tijd behoorlijk zelfvoorzienend en maakte veel zelf. Naast de kookpotten en kannen maakte men ook zelf kleding. Van wol spon men draden met behulp van een spinsteen en weefde men op een weefgetouw de kleding.

Ook metalen voorwerpen maakte men zelf. Moeraserts, te vinden in de beekdalen, werd omgesmolten tot ijzer in een kleine ijzeroven op het erf dat men vervolgens weer fabriceerde tot voorwerpen als messen, landbouwwerktuigen en andere voorwerpen. De resten daarvan, de metaalslakken, werden als afval weggegooid.

Niet alles werd zelf gemaakt. Een deel kreeg men door (ruil)handel in bezit. Zoals lederen schoenen, houten kommen en luxe aardewerk. De lederen schoen in de vitrine is door één van de bewoners gedragen en na gebruik afgedankt. Het luxe aardewerk zoals de steengoed kan komt uit de omgeving van Keulen waar in de Middeleeuwen een grote pottenbakkers industrie aanwezig was. Het zal een prominente plaats op de tafel hebben gehad waaruit wijn of bier werd geschonken. De houten kommen zullen zijn gebruik om uit te eten of bij de bereiding van voedsel. Dergelijke houten kommen worden zelden terug gevonden omdat ze in de zandige bodem snel vergaan. In Neede zijn delen hiervan gevonden in een humeuze natte greppel.

Neede tot in 19e eeuw klein dorp
Neede was tot in de 19e eeuw nog een klein dorp met hier en daar een boerenerf op de flank van de Needse berg. Alleen rond de kerk, de Oudestraat, bevond zich een cluster met meer woonhuizen. Eigenlijk was er tot enkele jaren geleden weinig tot niets bekend over de geschiedenis van Neede. Er stond wel wat in de oude archieven, zoals de oude naam van Neede; Nede of Nithe dat aantoonde dat er in het verleden al een dorp geweest moest zijn, maar niemand kon met zekerheid zeggen of dit inderdaad zo was geweest en hoe dat er dan uit zag. Totdat er door middel van archeologisch onderzoek onder de gesloopte woningen in de wijk De Berg in de bodem gekeken kon worden. Al snel werd duidelijk dat er lang geleden ook al mensen hebben gewoond in Neede. Op verschillende plekken in de wijk De Berg zijn resten gevonden van boerenerven uit de Vroege en Late Middeleeuwen, ongeveer 1300 tot 500 jaar geleden (ongeveer 700 tot 1500 na Christus). Neede was in één klap 1300 jaar ouder!

Hoe moeten we ons dat oude Neede nu voorstellen?
In die tijd leefde men op een manier die voor ons nog heel herkenbaar is. Het grootste deel van de bevolking in Nederland leefde in die tijd nog op een boerenerf en deed aan landbouw of veeteelt. Het oude Neede heeft bestaan uit verspreid liggende boerenerven omgeven door een brede greppel. Op deze erven stond een boerderij gebouwd van houten palen, paaltjes en vlechtwerkwanden van wilgentenen aangesmeerd met leem. Het dak bedekte men met riet. Baksteen gebruikte men in die tijd nog niet voor de bouw van boerderijen, dit was nog te duur. Binnen deze boerderijen was een apart afgescheiden deel voor de mensen om te koken en te slapen en een deel voor het vee (stal). Een woonstalboerderij sterk vergelijkbaar met een ‘los hoes’. Tegenwoordig slapen mens en vee niet meer samen in één huis, maar toen was dat heel gewoon. Behalve de boerderij stonden er op het erf één of meerdere schuren, een waterput voor het nodige water dat werd gebruikt om te drinken, te koken en te wassen, een hooiberg voor de opslag van hooi, één of meerdere spiekers voor de opslag van graan en enkele kleine ingegraven eenvoudige gebouwtjes, zogenaamde hutkommen. Op sommige locaties zijn meerdere van dergelijke hutkommen naast elkaar terug gevonden. Over het gebruik van dergelijke kleine gebouwtjes lopen de meningen uiteen. Van een plek om te weven met een weefgetouw tot een smidse of een plek om voedsel te bewaren omdat het in een dergelijk gebouw donker en koel was. Ook wordt gedacht aan een slaapplek van slaven, een gebruik dat in die tijd nog heel gewoon was.

Resten van boerenerven
Van deze boerenerven vinden we tegenwoordig alleen nog de resten terug die in de bodem zijn achter gebleven. Alles wat zich boven de grond heeft bevonden is al lang geleden verdwenen. We denken dat een boerderij ongeveer 50 jaar mee ging waarna deze werd afgebroken en er een nieuwe werd gebouwd. Alleen de sporen in de bodem blijven achter, zoals de kuilen waarin de palen hebben gestaan voor de gebinten van de boerderij, de schuur, de spieker of de hutkom. Bij het afbreken van een gebouw zijn soms de kuilen gebruikt om afval te dumpen. Het klinkt misschien vreemd maar daarvoor zijn wij hen nu erg dankbaar omdat we daardoor een klein inkijkje krijgen in de levenswijze van de bewoners van die erven.

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven