
BERKELLAND – Een topstuk onder de zeldzame handschriften van de enkele eeuwen zeer populaire dichter Willem Sluiter is geschonken aan de Stichting Willem Sluiter. Het is een vierregelig gedicht uit 1669 met zijn geliefde anagram Heer, sus lust my u will als handtekening, voorin de bundel Lof der Heilige Maagt Maria. Juist ontvangen nu de vorig jaar opgerichte stichting voor de viering van vier eeuwen Sluiter in 2027 plannen ontwikkelt rond de anagrammen, waarmee hij zich onderscheidde. Uit handen van Hetta Versteeg-Schönfeld, een verre nazaat van de dichter, mocht onderzoeker Arend Heideman in Dordrecht namens de stichting Sluiters bundel met handschrift in ontvangst nemen. In verband met haar verhuizing in de loop van dit jaar zocht ze een goede plek voor haar Sluitercollectie. Ze schonk naast het begeerde werk uit het familiearchief andere bundels van haar verre voorvader, boeken over hem en zijn werk, en van zijn kleinzoon Willem en achterkleinzoon Johannes.
Heer, sus lust my u will
Heideman publiceerde de afgelopen jaren op informatiepunt www.willemsluiter.nl een aantal artikelen over Sluiters anagrammen (ook letterkeer genoemd), die volgens hem meer waren dan spel. Dol was Sluiter op de spreuk Heer, sus lust my u will, waarvoor zijn naam werd opgerekt tot Wilhelmus Sluyterus. Sus betekent hierin aldus, of zo. Lang werd gedacht dat Sluiter deze woorden te danken had aan collega en vriend Magnus Umbgrove uit Neede. Nieuw onderzoek wijst naar de dichter zelf. Recent voltooide Heideman het achtergrondverhaal Sluiter met anagrammen modieus en lang populair. Hij plaatste het deze week op de Sluitersite, uit vreugde over het behoud van Sluiters handschrift. De stichting beraadt zich nog over hoe en wanneer het dit erfgoedjuweel gaat exposeren.


Gericht aan Elisabet Bornius
De meeste door Hetta Versteeg geschonken boekwerken zijn afkomstig uit een verzameling van haar oud-oom Herman Henrikus Sluiter (1900-1973), een zoon van Philip Johan Petrus Sluiter (1858-1922) en kleinzoon van Hetta’s betovergrootvader ds. Herman Henricus Sluiter (1814-1885; predikant in Terwolde, Vlaardingen en Amsterdam). De opdracht in de bundel met handschrift was gericht aan Elisabet Bornius, waarschijnlijk een dochter van Arnoldus Bornius, een vriend en collega van Sluiter. Hoe kon het dan terugkeren bij H.H. Sluiter, een ongetrouwde kunstliefhebber? Op internet is een grote verkoopcatalogus uit 1886 te vinden, waarin deze bundel met handschrift als zeldzaam werd aangeprezen. Streekschrijver H.W. Heuvel meldde in 1919, dat het blad De Navorscher al in 1879 de tekst publiceerde. De tekst luidt “Aan de eerbare, zeden- en zegenrijke Juffrouw, Juff. ELISABET BORNIUS. Een oud’ ELISABET ontfing MARY wel-eer/ en roemd’ haar salig, ja op ’t hoogst van Godt gezegent/ O jong’ Elisabet ontvang haar heden weêr/ Met sulk een lof als s’u in dit gedigt bejegent.”
Foto’s: Verre Sluiternazaat Hetta Versteeg-Schönfeld met Sluiteronderzoeker Arend Heideman en de zeldzame bundel met Sluiters