Advocatencolumn uit de Nieuws uit Berkelland krant


BERKELLAND – Elektrisch bouwen is in opmars. Niet alleen vanwege duurzaamheid, maar ook omdat het helpt stikstofuitstoot terug te dringen. En in sommige gevallen is het zelfs voorgeschreven. Steeds meer initiatiefnemers investeren in emissieloos materieel en gaan ervan uit dat dit hen vrijwaart van een natuurvergunning. Toch blijkt de juridische werkelijkheid weerbarstiger. Dat ondervond een initiatiefnemer uit Noord-Brabant, die recent te horen kreeg van de rechtbank dat hij alsnog een vergunning nodig had – ondanks zijn ‘groene’ aanpak. De zaak draaide om een bouwplan in een Natura 2000-gebied, waar strenge beschermingseisen gelden. De initiatiefnemer wilde een schuur bouwen met uitsluitend elektrisch materieel. Geen uitstoot, dus geen schade aan de natuur – zo was de gedachte. De provincie ging daarin mee en oordeelde dat een natuurvergunning niet nodig was. Maar de rechtbank zette daar op 25 februari jongstleden een dikke streep door.

Volgens de rechter is het gebruik van elektrisch bouwmaterieel (nog) geen gangbare praktijk. Daarmee kwalificeert het als een mitigerende maatregel: een manier om negatieve effecten op de natuur te beperken. En de juridische gedachte is dan als volgt: zulke maatregelen mogen pas worden meegewogen in een passende beoordeling, waarin de gevolgen voor het Natura 2000-gebied grondig in kaart worden gebracht. Als die beoordeling ontbreekt, mag je er juridisch niet zomaar van uitgaan dat de natuur wordt ontzien. En dan is een vergunningplicht al snel het gevolg. Deze uitspraak past in een bredere lijn van jurisprudentie over stikstof en Natura 2000-gebieden. Zo oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State al eerder, in de uitspraak van 20 januari 2021, dat mitigerende maatregelen, zoals bijvoorbeeld emissievrij bouwen, niet zomaar mogen worden meegenomen in de beoordeling of een vergunning nodig is. De rechter moet eerst vaststellen of er significante effecten zijn op de natuur, voordat zo’n maatregel in de afweging wordt betrokken. Die lijn wordt door de rechtbank Oost-Brabant nu doorgetrokken naar de bouwpraktijk, ook wanneer er elektrisch wordt gebouwd.

Voor de praktijk is dit niet zonder gevolgen. Want ook wie emissieloos bouwt, moet dus rekening houden met een natuurvergunning en de bijbehorende vertraging en kosten. Duurzaamheid alleen is niet voldoende; het juridische kader blijft streng en vooral: formeel. Daar komt bij dat het opstellen van een passende beoordeling juridisch gespecialiseerd werk is en door een leek vrijwel niet in afdoende mate kan worden gedaan. Is dat frustrerend? Ja. Zeker voor initiatiefnemers die juist investeren in milieuvriendelijke technieken. Tegelijk is het begrijpelijk dat de rechter vasthoudt aan de strikte regels rond stikstof en Natura 2000. Dat is immers de taak van een rechter. De les? Laat je goed adviseren. Emissievrij bouwen is geen vrijbrief voor (natuur)vergunningsvrij bouwen. En wie zich te snel rijk rekent, kan geconfronteerd worden met juridische vertraging en extra kosten, omdat een verplichte natuurvergunning ontbreekt. De hoop is dat elektrisch bouwen op termijn zó ingeburgerd raakt dat het wel als ‘standaard’ wordt gezien. Maar zover zijn we nog niet. Bij Speelman & Voogd Advocaten adviseren wij aannemers, ontwikkelaars en overheden over natuurvergunningen, stikstofeffecten en bouwprojecten in of nabij Natura 2000-gebieden.

Heldere oplossingen voor complexe bouwvragen.

Deel dit artikel:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Meer nieuws

Scroll naar boven