Boeiende ”bodemvondst” in Gelselaar


GELSELAAR – Huisnaam De Schipper in Gelselaar klonk altijd een beetje raadselachtig. Het huis met deze naam, aan de Diepenheimseweg, ligt niet aan het water. Oud-makelaar Jan Mensink uit Borculo, die hier is geboren en er een aannemersbedrijf heeft gehad, stuitte er enkele jaren geleden op een boeiende bodemvondst: een stuk hout, waarvan hij vermoedt dat het afkomstig is van een schip. Zou dat gevaren hebben op de Schipbeek? is de vraag, al stroomt die beek op zo’n kilometer van dit dorp. De scheepvaart op de Schipbeek begon te bloeien nadat Deventer, de stad die er vanaf het midden van de 14e eeuw graafwerk voor liet verrichten, omstreeks 1663 de verbinding tot stand bracht met de Buurserbeek. Rond 1890 moet de haven tussen Gelselaar en Diepenheim zijn gedempt.

Het oude stuk hout bij De Schipper kwam enkele jaren geleden boven de grond bij graafwerk voor één van de twee nieuwe huizen die zijn verrezen op de plek waar in het verleden een timmerwerkplaats stond. Bij de bouw van de werkplaats begin jaren zestig trof Jan Mensink in de bodem al een bijzondere rij palen aan, die oude verhalen uit zijn familie in herinnering riepen. Engbert Mensink, overgrootvader van Jan Mensink, noemde de plek waar later de palen werden aangetroffen altijd ‘het steiger’. Voordat dat er een werkplaats werd gebouwd stonden hier evenwel bergplaatsen voor graan, een vierroedige berg en een parapluberg. Hierdoor klonk de naam ‘steiger’, die Jan via zijn vader Engbert hoorde, vreemd. Hiernaast kent hij van De Schipper meer herinneringen aan scheepvaart. De planken naast het grote zoldergat boven de deel  (bij het ‘liekspier’) waren breed en geteerd en deden Jan altijd denken aan het houtwerk van een schip.

Hoewel bij het graafwerk voor de werkplaats en de woning bleek dat de bodem ter plekke drassig was, is niets bekend over een waterstroom in deze omgeving. De eens bevaren Schipbeek ligt een kilometer verwijderd  van het dorp en ook de vroegere hoofdstroom in de omgeving, de Koningsbeek (de oorspronkelijke loop van de Berkel), bevindt zich op geruime afstand van De Schipper. Van een rechtstreekse verbinding is niets bekend. De Schipper ligt weliswaar in een laag gedeelte van het dorp, maar tussen dit huis en de Koningsbeek ligt een hoge es, in de jaren vijftig deels afgegraven, waarop ruim een eeuw geleden de begraafplaats werd aangelegd.

Zekerheid over de herkomst van het hout heeft Jan Mensink nog niet. Hij zou graag zien dat het werd onderzocht op ouderdom en door mensen die meer weten van de scheepvaart op de kleine riviertjes in Oost-Nederland, waarover drs. G.J. Schutten het boek ‘Varen waar geen water is’ schreef. Aan één zijde is het hout ongeschonden, aan de andere zijde is er een stuk afgebroken. In het oorspronkelijke midden zit een inkeping voor een dwarsbalk.

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven