Boekje Stichting “Ik vraag mij” af over Piet Sloot nu te koop bij Gellekink

EIBERGEN – Onder Eibergenaren zal de naam Sloot wel een belletje doen rinkelen. Maar of ze Piet Sloot nog kennen is onzeker. Die sneuvelde in de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Bij Overschie in de buurt van Rotterdam, slechts één uur voor de wapenstilstand. Piet Sloot werd slechts 23 jaar oud. Zijn verhaal is door Bert Smeenk opgetekend in het volgende boekje in de reeks oorlogsverhalen van de Stichting ‘Ik vraag mij af’.

Petrus Bernardus (roepnaam Piet) was de zoon van Derk Jan Sloot, sigarenmaker en winkelier en Dina Vaags, eveneens uit Eibergen. Zij was de tweede vrouw van Derk. Ze huwden op 15 juli 1915 te Eibergen en op 10 december 1916 werd zoon Piet geboren. Bert Smeenk sprak voor de beschrijving van zijn korte leven onder meer met twee neven van Piet, de broers Peter en Geert Sloot uit Eibergen.
Piet Sloot was verloofd met Dini Schepers en voorbestemd om de winkel van zijn vader over te nemen. Maar in de mobilisatie werd hij in 1939 opgeroepen voor het leger en eind 1939 ingedeeld bij de 3de compagnie van het 2de bataljon van het regiment Grenadiers. Ze verbleven in het gebouw van de Mackay ULO in Den Haag.
Den Haag en Rotterdam waren van groot strategisch belang voor de Duitsers. Den Haag was de regeringsstad en Rotterdam had het vliegveld en de haven. Om dat gebied in handen te houden, moest de eenheid van Piet naar Overschie. Duitse Fallschirmjäger waren echter al gedropt en hadden zich verschanst in de molen van Overschie. Toch lukte het Piet en zijn medesoldaten om de molen te heroveren.

Twee verhalen
Hoe Piet aan zijn einde is gekomen blijft onduidelijk. Er zijn twee varianten die circuleren. Het ene verhaal meldt dat niet iedere Nederlandse soldaat op de hoogte was van de herovering van de molen op de Duitsers, waardoor een zogenaamd ‘friendly fire’ gevecht ontstond. Piet zou daarbij zwaar gewond zijn geraakt. Het andere verhaal bericht van een Duitse granaat die hem trof na het verlaten van een loopgraaf. Wat wel klopt, is dat hij een uur voor de wapenstilstand op 14 mei 1940 aan zijn verwondingen bezweek. Een dag later zou Nederland capituleren.
Kort voor Piets dood werd Rotterdam gebombardeerd. De oorzaak van het bombardement wordt wel toegeschreven aan een weifelende besluitvaardigheid van Nederland. Dit wordt echter betwist door de opperbevelhebber van het Nederlandse leger destijds, generaal Winkelman. In een brief aan de gemeente Rotterdam schrijft hij op 27 juni 1940: ‘Uit het vorenstaande blijkt, dat, indien de Duitschers het voornemen hebben gehad het bombardement niet te doen doorgaan, de hunnerzijds daartoe getroffen regeling gefaald heeft en dat de aan Rotterdam toegebrachte schade in geen geval is te wijten aan een mindere besluitvaardigheid van Nederlandsche zijde.’

Kaart
De familie van Piet wist na de capitulatie nog niet dat hij dood was. Het wrange is dat zij een positief gestemde brief en kaart van hem ontvingen. Hij sloot de brief die hij al in november 1939 had gepost af met: ‘Met vriendelijke groet, zoonlief en tot zondag.’ De kaart had als datum 14 mei en kwam pas 19 mei aan. Tot dan dacht de familie nog dat alles goed was. Diezelfde dag echter bracht de burgemeester van Eibergen het verschrikkelijke nieuws aan huis.

Noodgraf
Piet kreeg na zijn dood een noodgraf op de begraafplaats Hofwijk in Overschie. Op wens van de familie werd hij op 13 juni 1940 herbegraven in Eibergen. Op 21 december 1992 kreeg de toen nog levende zus Mina van Zalk-Sloot vanuit het niets een brief van de Oorlogsgravenstichting dat er op 24 november 1992 een steen was geplaatst op het nieuwe graf van Piet op het Militair Ereveld Grebbeberg. Zonder kennisgeving aan en tegen de wil van de familie was Piet wederom herbegraven. De stenen zuil die op het graf in Eibergen was geplaatst werd achtergelaten. Deze heeft inmiddels een nieuwe bestemming gekregen.

Het boekje is te koop bij boekhandel Gellekink aan de J.W.. Hagemanstraat 16 in Eibergen.

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven