film: De aanleg van een boomplantage garandeert toekomst midwinterhoorntraditie


EIBERGEN – Een club van hoofdzakelijk bejaarde inwoners van Eibergen en omgeving legt een plantage aan van boompjes, die een eeuwenoude Achterhoekse traditie moeten ondersteunen. Het gaat om de aanleg van een bosje elzen- en berkenbomen, waaruit toekomstige generaties midwinterhoorns kunnen hakken, zagen en snijden. De Eibergenaren stichtten ruim twee jaar geleden al het eerste midwinterhoorn atelier ter wereld om hun groeiende erfgoedgroep te huisvesten en ruimte te hebben voor het maken van midwinterhoorns.

De plantage is ook een wereldprimeur en krijgt een plaats tegen het talud van de nieuwe N18 tussen de Stokkersbarg en de Stokkersbrug onder Eibergen. Er komt container bij voor werkplaatsen voor de jeugd, en een windmolen voor het oppompen van water. In de plantage komt een kunstwerk in de vorm van een 45 meter lange groene midwinterhoorn. Bezoekers kunnen er komen via de N822 en de Stokkersweg of de N823 en de Biezebeekweg.

De Midwinterhoorn groep Eibergen gaat de boompjes behandelen als bonsai boompjes. Het doel is hun groei zodanig te beïnvloeden dat ze al de gebogen vorm krijgen van midwinterhoorns. De groep is sinds omstreeks 1975 bezig om het behoud van de midwinterhoorn traditie te verzekeren.

Diverse leden hebben honderden scholieren in de gemeente Berkelland les gegeven en bijgestaan in het maken van midwinterhoorns. Ze onderwijzen jongeren in de oorsprong en de kunst van het hoornblazen tijdens de periode van de kerst en de jaarwisseling (de adventstijd). Bovendien demonstreren ze op middelbare scholen hoe het hoorngeschal boodschappen kan verspreiden.

Midwinterhoorn blazen is een oorspronkelijk Achterhoeks en Twents (Nedersaksisch) gebruik. De eeuwenoude traditie ging in de Achterhoek ruim anderhalve eeuw geleden verloren. Een van de laatste wapenfeiten in de geschiedschrijving van de Achterhoekse grensstreek is het gebruik van de midwinterhoorn kort na de Franse tijd in 1815 om smokkelaars te waarschuwen voor kommiezen; de douanebeambten.

In Twente dreigde het gebruik uit te sterven halverwege de vorige eeuw. Maar de Twentsche Courant van 6 januari 1948 sloeg alarm, waarna het blazen een nieuwe impuls kreeg. Daar telden omstreeks 1967 tien buurtschappen elk vier blazers, die op een concours streden om een zilveren hoorn.

Eibergenaar Gerrit Hazewinkel werd enthousiast voor het midwinterhoorn blazen. Hij kreeg de nodige historische en technische informatie van Henk Meijer in Losser om de traditie nieuw leven in te blazen in de Achterhoek. Hij legde in Eibergen de basis voor een midwinterhoorngroep en haalde er meteen zo’n twintig jongeren bij uit de plaatselijke muziekverenigingen Euphonia en Excelsior. De groep geeft lezingen en demonstraties in de hele regio.

Volgens Hazewinkel hadden de meeste mensen in de jaren 1970 tot 1990 nog nooit van een midwinterhoorn gehoord. Voor het wetenschappelijk documenteren van de traditie in de Achterhoek werkte de groep mee aan een onderzoek van twee antropologen en een filmer in opdracht van de Universiteit van Amsterdam.

Midwinterhoorns werden in de oudheid gebruikt om boze geesten te verjagen van de oude hoeven en om de goede vruchtbaarheidsgeesten op te roepen uit de waterputten voor de boerderijen. De gebogen houten hoorns hebben een legde van 1,20-1,50 meter. Tussen de eerste zondag van Advent in december en Driekoningen, op 6 januari wordt de komst van het kerstkind aangekondigd met winterhoorngeschal.

Regio’s en buurtschappen ontwikkelen hun eigen melodieën, die ze soms blazen boven een waterput om meerdere redenen:
Men kende vroeger geen lijm dus de twee helften van de hoorn werd door biezen aan elkaar verbonden. Dat was net zo dicht als een droog wijnvat. Door het hout nat te houden zette het uit en dichte zich de naden. De hoorn werd nat gehouden door hem in de put te hangen. De natte hoorn was zo zwaar geworden dat de blazer hem graag op de putrand liet rusten. Daarnaast stonden rond de put vaak oude eiken waaruit de boze geesten moesten worden verjaagd. De melodie heet d’olde roop. Ook op de Veluwe zijn inmiddels midwinterhoorngroepen opgericht. Een federatie van Gelderse Midwinterhoorngroepen verenigt de Achterhoekse blazers en Veluwse midwinterhoornblazers. Het blazen op en het maken van de midwinterhoorn is officieel erkend als immaterieel erfgoed.

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven