Wethouder Van Gijssel (CDA): “Schokkend hoe doof Den Haag is voor ons lokale en regionale geluid”


BERKELLAND – Wethouder Arjen van Gijssel zit nog maar een paar weken op zijn post of hij laat al flink van zich horen. De CDA-wethouder uit Ruurlo is strijdbaar, zo laat hij weten in een openbrief. “We hebben onze Achterhoekse manier van samenleven te verdedigen”. Zo staat in de eerste alinea van de brief die Van Gijssel gisteren stuurde aan onze redactie. “Het is schokkend hoe doof Den Haag is voor ons lokale en regionale geluid en hoe blind men is voor de consequenties van het beleid dat op de ministeries vanaf de tekentafel is gemaakt. Kaalslag op het platteland, boeren voor de zoveelste keer uitkleden, bedrijfsbeslissingen die opnieuw met enorme onzekerheden zijn gevoed”. Vervolgt hij.

Verhitte bijeenkomst
In zijn brief spreekt Van Gijssel ook over de situatie in zijn eigen partij “Je hoort sussende woorden, de zoveelste excuses worden besmuikt gemaakt. Maar daarmee krijg je de achterban niet terug. Jeugdzorg, wooncrisis, stikstofcrisis, asielcrisis. Noordtak. Alle pogingen om er hier in de Achterhoek wat moois van te maken – dat kunnen we namelijk bijzonder goed! – worden gefrustreerd”. Zo vindt hij. Van Gijssel is strijdbaar hij is ervan overtuigd dat de revolutie van binnenin (CDA) en vanuit het Oosten moet komen. “Het landelijke CDA zal moeten beseffen waar de roots van de partij liggen. Niet voor niets is het CDA in de meeste colleges van Twente en de Achterhoek sterk vertegenwoordigd. Hier zijn voor het CDA de Gemeenteraadsverkiezingen 2022 gered”.

Duidelijk signaal richting Den Haag
Van Gijssel geeft met zijn brief een zeer helder signaal richting de beleidsbepalers in Den Haag. Hij is daarmee de eerste Berkellandse politicus die zich zo helder uitspreekt tegen het huidige kabinetsbeleid. Een kabinet waar notabene zijn eigen partij deel van uitmaakt. Hieronder de volledige brief van de wethouder:

Hier is wat te verdedigen
Ik ben nu een paar weken CDA bestuurder in Berkelland. Aan alle kanten voel ik dat dit jaren worden van grote onrust. We hebben onze Achterhoekse manier van samenleven te verdedigen. Dat klinkt pathetisch, maar ik kan het niet anders zien, hoe nuchter ik door de bank genomen in het leven sta. Ik ben strijdbaar! Het is schokkend hoe doof Den Haag is voor ons lokale en regionale geluid en hoe blind men is voor de consequenties van het beleid dat op de ministeries vanaf de tekentafel is gemaakt. Kaalslag op het platteland, boeren voor de zoveelste keer uitkleden, bedrijfsbeslissingen die opnieuw met enorme onzekerheden zijn gevoed. Gisteren weer een Brussels geluid over de derogatierichtlijn (norm voor uitrijden mest). En wat doet Nederland daartegen? Je hoort niks. Ik vind het niet gek dat met name jonge boeren radeloos worden.

Want als je niet wordt gehoord, maak je nog meer geluid. En als er dan niks gebeurt, dan word je radeloos. Dat zie je aan de boerenprotesten. Ik merk het ook binnen mijn eigen partij CDA. “Jullie geven ons huiswerk mee”, zegt de afwezige partijleider na een verhitte bijeenkomst in Nijkerk. Je hoort sussende woorden, de zoveelste excuses worden besmuikt gemaakt. Maar daarmee krijg je de achterban niet terug.Jeugdzorg, wooncrisis, stikstofcrisis, asielcrisis. Noordtak. Alle pogingen om er hier in de Achterhoek wat moois van te maken – dat kunnen we namelijk bijzonder goed! – worden gefrustreerd. Het patroon: we mogen het zogenaamd zelf doen, maar vaak wel met landelijk beperkende regeltjes en een gebrek aan geld. Over de schutting gooien, heet dat. En we kunnen niet teruggooien. Zo zijn wij niet.Die situatie doet wat met de inwoners en hun bestuurders. Er leven hier gematigde mensen die met naoberschap en hard werken, plezier op zijn tijd, een mooie samenleving schragen. Maar die inwoners zien zich in hun manier van leven fundamenteel aangetast.
Daarmee gaat de strijd verder dan de boeren. We hebben ons coulisselandschap, onze waarden en tradities te verdedigen. Tegen het Randstedelijk denken. Stad tegen platteland? Ik wil er niet aan, maar het begint er stevig op te lijken. Ik sta pal voor het mooie buitengebied van Berkelland en voor de kracht en vitaliteit van haar dorpen, buurtschappen en stad.

Twee dingen. Ten eerste, wij hebben nu hard een agenda van hoop nodig. Dat familiebedrijven, die al generaties lang zoveel grote systeemwijzigingen kregen te verduren (quota, mineralen, fosfaat, stikstof en ga zo maar door), zich steeds aanpasten en toch doorgingen, dat die bedrijven weer perspectief en duidelijkheid krijgen. We moeten de goede wil die er onder de boeren leeft mobiliseren. Derk Boswijk lijkt dat wel te begrijpen. En het kan ook via de Gelderse aanpak. Geef CDA-gedeputeerde Drenth zijn geld en geef hem de kans om samen met ons regionale bestuurders te laten zien dat het anders kan dan die belachelijke kaartjes die alleen op de agrarische sector zijn gefocust en de innovatie buiten beeld houden. Ten tweede: ik ben ervan overtuigd dat de revolutie van binnenin (CDA) en vanuit het Oosten moet komen. Het landelijke CDA zal moeten beseffen waar de roots van de partij liggen. Niet voor niets is het CDA in de meeste colleges van Twente en de Achterhoek sterk vertegenwoordigd. Hier zijn voor het CDA de Gemeenteraadsverkiezingen 2022 gered. Met een verhaal over hoe het ook kan.

Wij pakken die kans op en we gaan er keihard voor knokken. De wal gaat het schip keren vanuit het midden en vanuit het Oosten. En krijgen we dan alsnog geen ruimte? Dan voorspel ik instabiliteit in ons politieke bestel. Dan wordt het land straks (via Provinciale Starten en de Eerste Kamer) niet meer geregeerd door het verstandige midden maar door de proteststemmen op de flanken. Dat moeten we echt niet willen voor ons land”.

Arjen van Gijssel
CDA Wethouder Berkelland

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven