Mooie plek Heuvels Sluiterbundel en tabaksdoos in De Lebbenbrugge in Borculo


BORCULO – Een oude Sluiterbundel en tabaksdoos uit de nalatenschap van de schrijver H.W. Heuvel en zijn familie hebben zaterdag 20 mei een mooie plek gekregen in museum De Lebbenbrugge in Borculo. In een vitrinekastje op zijn bureau, dat staat in de opkamer van dit drukbezochte museum, waarmee Heuvels naam nauw is verbonden. Verre verwanten Eppie Heuvel uit Laren en Lies Onstenk uit Neede onthulden het hier door een kleedje weg te trekken.

Lies Ontstenk, die gehuwd was met een kleinzoon van de schrijvende meester, overhandigde de Sluiterbundel vijf jaar geleden al aan de Meester H.W. Heuvelstichting, waar het museum bij is ondergebracht. Het samenbrengen hier van de twee grote Achterhoekers was destijds aanleiding voor een klein feest. Heuvel (1864-1926) en dichter en dominee Willem Sluiter (1627-1673) zijn nauw met elkaar verweven. Hij publiceerde ruim een eeuw geleden een boek over Sluiter.

Sluiterbundel wekte poëzie
De oude Sluiterbundel, lange tijd voor veel vroegere Achterhoekers hun enige boek naast de Statenbijbel, wekte poëzie in de jonge Heuvel. In zijn klassieker Oud-Achterhoeksch Boerenleven wijdde hij daar een hoofdstuk aan. Bezitter van die gedichtenbundel was Heuvels overgrootvader Hendrik Koelman. Al in het januari-hoofdstuk van zijn bekendste boek, dat dat in 2020 met uitvoerige toelichtingen is heruitgegeven onder de titel Oolde, mijn Oolde, schonk hij aandacht aan de dichtbundel. Op Blauwhand, de boerderij in Oolde bij Laren, waar hij werd geboren, stond deze in een antiek boekenkastje. Overgrootvader Hendrik Koelman was eens de bezitter. Hij schreef in de bundel uit 1716 ook zijn naam. Die tekst, in de opengeslagen bundel, is nu te lezen in het vitrinekastje.

Heuvels moeder kende uit Sluiters werk hele stukken van buiten. Toen Heuvel zeventien jaar was, heeft hij ook wel eens in het Sluiterboek gelezen. In zijn boek Willem Sluyter van Eibergen [hij schreef de naam met een y] vertelde hij hierover: “Zoo goed herinner ik mij een grijzen Decemberdag; gezeten bij het helder vlammend vuur in onze ouderwetsche boerenkeuken zat ik verdiept in Sluyter, nu hier dan daar een stukje kiezend, en over mij kwam een zachte ontroering, een geur van zeer verre tijden, een ademtocht van mystieke vroomheid, bij het zacht wiegen op de deining der eentonige verzen. Was dat poëzie? Heb ik me later wel eens afgevraagd.” De opkamer van De Lebbenbrugge past voortreffelijk bij de door Heuvel weergegeven sfeer.

Tabaksdoos van grootvader
Een zeer oude tabaksdoos uit de familie Heuvel verhuisde een paar jaar later ook naar het Borculose museum. De fraai versierde doos behoorde eens ook toe aan een grootvader van de schrijver. Die maakte hier eveneens melding van. Zo is in Oolde, mijn Oolde te lezen: “Daar is ook een koperen tabaksdoos in boekformaat met aan de eene zijde: H. W. Koelman, 14 Aug. 1863; en aan den anderen kant een boer op een wagen met een paard er voor, alles kunstig gegraveerd door Hendrik, de Klötter (d.i. knutselaar), die bedreven was in allerlei kunsthandwerk.”

Na Koelman, die op Blauwhand woonde in Laren, was schoonzoon Johan Antonij Heuvel de eigenaar, de vader van de schrijver.

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven