Opinie: Waarom zo geïrriteerd, burgemeester? Transparantie hoort bij bestuur


BERKELLAND – De raadsvergadering van dinsdagavond in Berkelland leverde een opvallend moment op. Raadslid Bouke Winters (Samen voor Berkelland) stelde vragen over de werkzaamheden op de locatie waar de gemeente een opvangcentrum voor vluchtelingen wil bouwen in Eibergen. Zijn vraag was helder: “Wat gebeurt daar precies?” Het antwoord bleek eenvoudig: archeologisch onderzoek. Toch was het niet de inhoud van de vraag die de meeste aandacht trok, maar de toon van de reactie van burgemeester Joost van Oostrum.

Van Oostrum reageerde zichtbaar geïrriteerd en liet dat ook merken: “Normaal vinden we het vervelend als bouwen om deze reden wordt stilgelegd, nu wordt het kennelijk gebruikt om het stil te leggen.” Daarmee suggereerde hij dat Winters de vraag stelde om vertraging te veroorzaken. Vervolgens voegde hij eraan toe dat hij het kwalijk vond dat Winters niet eerst navraag had gedaan bij de gemeente, maar ervoor koos om dit in de raadsvergadering te doen.

Maar hier wringt iets. Een raadslid heeft niet alleen het recht, maar ook de plicht om vragen te stellen in het openbaar. Juist in een tijd waarin de opvang van vluchtelingen een gevoelig onderwerp is, is transparantie essentieel. Waarom dan zo’n defensieve houding? Als de gemeente de buren veertien dagen geleden al informeerde, waarom niet gewoon rustig uitleggen dat het om archeologisch onderzoek gaat? De irritatie van de burgemeester wekt de indruk dat kritische vragen als obstructie worden gezien, terwijl ze in werkelijkheid onderdeel zijn van democratische controle.

De opmerking van Van Oostrum, “We kennen de heer Winters zijn standpunten over dit onderwerp, we zullen elkaar daarover in de toekomst vast nog vaker tegenkomen”, maakt het persoonlijk. Daarmee verschuift de discussie van inhoud naar intentie. Dat is gevaarlijk, want het voedt het beeld dat bestuurders liever geen lastige vragen krijgen over gevoelige dossiers.

En dan is er nog iets anders. In dezelfde vergadering sprak Marcellino Kropman (VVD) namens de gemeenteraad een statement uit dat eindigde met de woorden: “Met de afspraken spreken wij uit dat wij gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen om de Gedragscode zichtbaar in de praktijk te brengen en zo samen te bouwen aan een sterke en betrouwbare raad.” In dat statement staat juist dat de onderlinge samenwerking, op o.a. inhoud, integriteit en respectvol gedrag, tussen raadsleden en tussen raad en college is verbeterd en dat dit de groep als geheel sterker maakt. Maar wat zijn die woorden waard als een legitieme vraag direct leidt tot irritatie en persoonlijke steken onder water?

De kernvraag is niet of Winters gelijk heeft, maar of een burgemeester zich kan permitteren om geïrriteerd te reageren op een legitieme vraag. Bestuur vraagt om openheid, ook als het ongemakkelijk is. Want als transparantie plaatsmaakt voor irritatie, verliest de raad haar belangrijkste functie: het controleren van het bestuur namens de burger.

Deel dit artikel:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Meer nieuws

Scroll naar boven