Willem Sluiter met Gesina ter Borch in nieuw licht

BERKELLAND – Academiehuis Grote Kerk Zwolle brengt dichter Willem Sluiter en kunstenares Gesina ter Borch weer oog in oog, een paar eeuwen nadat ze er zijn begraven. Zijn herontdekte, handgeschreven oproep aan haar om Maria niet op vreemde, roomse wijze te portretteren, voorin zijn lofzang op Maria uit 1669, verbindt hen en zet Sluiter in een nieuw licht. Informatiepunt www.willemsluiter.nl publiceert hierover. Met de expositie Gesina & gezien worden de schijnwerpers tot 1 februari 2026 gericht op haar, als onderdeel van het stadsbrede programma Ter Borch Thuis in Zwolle, dat door koning Willem-Alexander op vrijdag 5 september in het Academiehuis wordt geopend. Eind december vorig jaar is daar op feestelijke wijze de plaquette van Sluiter herplaatst. Hoe goed ze elkaar kenden, is niet bekend. Zijn woorden “Uw toegenegen wilvaardige Vriendt en Dienaar”, onder het gedicht, zijn echter helder.

Eind 2021 tipte voormalig Zwols stadsdichter Alet Boukes over Sluiters gedicht aan Gesina ter Borch, aan de hand van een herontdekt artikel uit 1887. Het vestigde de aandacht op onderbelichte facetten van de dichter en leidde de afgelopen jaren al tot allerlei nieuw onderzoek en publicaties. Over onder andere de relatie in Sluiters werk tot vrouwen en onderzoek nog deze eeuw van een Amerikaanse kunsthistorica naar Sluiters lofzang op Maria. Dit werk van Sluiter en zijn oproep aan Gesina bieden volgens het nieuwe artikel veel interessante punten voor verdere studie. Het origineel van Sluiters gedicht, door hem op 18 november 1669 in Eibergen geschreven tegenover de titelpagina van zijn Lof der Heilige Maagt Maria, bevindt zich in de Athenaeumbibliotheek in Deventer. Beelden hiervan krijgen een prominente plek op een expositie, eind volgend jaar in Borculo, waarmee vier eeuwen na zijn geboorte het Sluiterjaar 2027 wordt ingeluid. Beeldmateriaal wordt nu ook al toegevoegd door kunstenaar Jasper Abels aan de expositie in Zwolle.